Esther 6

1) was de slaap

Hebreeuws, de slaap des konings was weggevlucht; dat is, de koning kon niet slapen. Dit is alzo door de beschikking Gods geschied.

2) het boek der gedachtenissen,

Dat is, in hetwelk de gedenkwaardige zaken der koningen in Perzi‰ en Medi‰ geschreven en bij memorie gesteld waren. Anders, het memorieboek.

3) de kronieken,

Hebreeuws, de woorden der dagen.

4) in de tegenwoordigheid

Hebreeuws, voor des konings aangezicht.

5) gelezen.

Deze koning wilde zijn tijd niet nutteloos doorbrengen, maar dewijl hij niet slapen kon, zo liet hij zich wat nuttigs voorlezen.

6) dat Mordechai

Zie boven, Esth. 2:21.

Es 2.21

7) Bigthana en Theres,

Genoemd Bigthan, boven, Esth. 2:21.

Es 2.21
8) verhoging

Hebreeuws, grootheid.

9) hierover gedaan?

Te weten, vanwege het ontdekken der moordenaars.

10) hem

Dat is, hij heeft in het geheel geen loon noch verering ontvangen voor het ontdekken en aanbrengen van dit moorddadig voornemen tegen den koning.

11) niets gedaan.

Hebreeuws, geen woord, of zaak.

12) in het voorhof?

Versta hier, het buitenvoorhof, waar des konings dienaars waren, op zijn dienst passende.

13) om den koning te zeggen,

Dat is, om met den koning te spreken, dat men, enz.

14) in zijn hart:

Dat is, bij zichzelven.

15) meer dan tot mij?

Dit besloot hij uit de veelheid der weldaden, die hij alrede van den koning genoten had.

16) het koninklijke kleed brengen,

Hebreeuws, het kleed des koninkrijks.

17) koninklijke kroon

Hebreeuws, kroon des koninkrijks.

18) op dat paard

Dit is eertijds geweest de grootste eer, die de koningen hun liefsten en meest ge‰erden vrienden deden; zie dergelijke Gen. 41:43, en 1 Kon. 1:33.

Ge 41.43 1Ki 1.33
19) werd voortgedreven

Of, dreef zichzelven voort; te weten, door hartzeer en verdriet. Vergelijk 2 Kron. 26:20.

2Ch 26.20

20) met bedekten hoofde.

Hebreeuws, bedekt van hoofd; een teken van droefenis; zie 2 Sam. 15:30; Jer. 14:4.

2Sa 15.30 Jer 14.4
21) zijn wijzen,

Dat is, zijn raadsheren, wier raad hij gewoon was te gebruiken in grootgewichtige zaken. Doch anderen verstaan hier de tovenaars en voorzeggers, met welken zich Haman in deze zaak beried.

22) Indien Mordechai,

Anders, dewijl.

23) gij zult gewisselijk

Hebreeuws, gij zult vallende vallen voor zijn aangezicht.

Copyright information for DutKant